Steeds meer openbare plekken zijn voorzien van een AED die gebruikt kan worden als iemand in de buurt een hartaanval krijgt. Wel moet er natuurlijk een persoon aanwezig zijn die weet hoe dit apparaat te bedienen. Daarom wordt voor veel mensen een reanimatiecursus aangeraden. Vaak worden deze ook weleens aangeboden door werkgevers. Deze trainingen worden dan intern gegeven of er wordt een instructeur ingehuurd om een groep mensen te leren hoe ze moeten reanimeren en met een AED te werken.
Op het oog lijkt een AED misschien een eenvoudig apparaat, maar belangrijk is wel dat je de aanwijzingen goed volgt. Een foute handeling en je krijgt als hulpverlener zelf een schok. Zo’n incident moet natuurlijk voorkomen worden. Verder zijn veel machines wel voorzien van een gebruiksaanwijzing en begeleidende afbeeldingen. Maar het handigste is toch als iemand vanuit zichzelf al weet hoe de apparatuur te gebruiken. Wanneer je te maken hebt met een slachtoffer, dan check je eerst of er inderdaad sprake is van een hartstilstand. Ook dit leer je tijdens een reanimatietraining. Indien dit het geval is pas je hartmassage en beademing afwisselend toe met het gebruik van de AED. Het apparaat geeft aan of het nodig is om een schok toe te dienen. Daarom is het belangrijk dat de plakelektroden op de juiste plaatsen geplakt zijn zodat het fibrilleren van het hart goed gesignaleerd kan worden. Op basis hiervan krijg je van de AED aanwijzingen of hartmassage nodig is of het toedienen van een schok.
De AED kan dus helpen bij een reanimatie. Zo weet je of er geen hartactie meer is of dat iemand gewoon buiten bewustzijn is, maar dat het hart wel goed functioneert. Kijk daarom altijd om je heen of dit apparaat ergens aanwezig is, als je in aanraking komt met een slachtoffer. De apparaten zijn te herkennen aan het groen-witte logo met een hart en een kruisteken.